Wat heb je gedaan voor één van deze geringste broeders van Mij? Mattheüs 25:40
Het verhaal achter de schilderijen
90 x 110 cm | 2024 | olieverf op doek
Toen ik werd gevraagd voor een eventuele expositie in de Leeuwardense Jacobijnerkerk met de opening op 15 April 2025, om 80 jaar bevrijding te vieren, gaf mijn moeder mij haar poëzie album uit 1944-1945 met versjes van vriendinnetjes die ondergedoken zaten. Ook gaf ze me foto’s van de zeer gelovige familie Douma door wie ze was opgevangen en veel brieven van haar hand. Mijn moeder, Ankie Besnard-Walch is tijdens de hongerwinter van 1944 met een kindertransport uit Amsterdam gehaald. Het was een gevaarlijke onderneming, ’s nachts over de afsluitdijk, waarna de uitgemergelde kinderen in Friesland bij gezinnen werden ondergebracht. Ankie zat in Bergum, een dorpje vlakbij Leeuwarden, waar ze op 15 april de bevrijding meemaakte en aan haar moeder schreef:
Hoera, Hoera, we zijn bevrijd. O moeder ik ben zo blij we zijn bevrijd. Zondag morgen om 8 uur ’s morgens (15 April) zijn we bevrijd alles is goed gegaan er is helemaal niet gevochten hier.
Mijn moeder is in de zomer van 2024 op 93 jarige leeftijd overleden. Dit schilderij is mijn afscheid aan haar. Met de geborduurde haan, het embleem van Frankrijk, die ik als kind bij mijn oma geborduurd heb, breng ik haar de laatste groet.
160 x 120 cm 2X | 2024 | olieverf op doek
Op het schilderij zien we Joden uit Kiev die geëxecuteerd worden door de Duitse Einsatzgruppen terwijl mensen lachend weglopen met persoonlijke bezittingen die ze van hun Joodse buren hebben gestolen. Net even buiten Kiev op een plaats die Babi Yar heet, werden in 1941 op 29 en 30 september 33.771 Joden in twee dagen afgeslacht, afgeschoten. Het drama voltrok zich op de heiligste dag van de Joodse kalender, Jom Kipoer, de Grote verzoendag.
Op de rechterhelft van dit tweeluik zien we Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vernederd en vermoord. Op de linkerhelft echter rijzen ze op uit de dood.
In Psalm 147 staat geschreven:
Hij telt het aantal sterren, Hij noemt ze alle bij hun naam.
De Eeuwige telt de Davidsterren en noemt hen bij naam, Hij zal hen schrijven in het Boek des Levens, terwijl de `Einsatzgruppen` onder de grond verdwijnen, als doodshoofd met gekruiste botten.
Jezus behoort ook tot de geëxecuteerden. Als Hij in 1941 in Kiev zou hebben geleefd, zou Hij niet veilig in de Kerk op een mooie houten bank hebben gezeten, maar Hij zou met zijn eigen Joodse volk zijn weggesleept en geëxecuteerd door degenen die zichzelf christenen noemden, maar niet leefden in de waarheid van die roeping.
Het schilderij heeft als ondertitel een tekst uit Mattheüs 25:40
Wat heb je gedaan voor één van deze geringste broeders van Mij?
De Joodse Weg
110 x 90 cm | 2017 | olieverf op doek
Dit schilderij is geïnspireerd op een ansichtkaart van Amsterdam. Het is de Jodenbreestraat in de tijd dat het Joodse leven daar nog volop aanwezig was.
Het gezicht van een man, geabstraheerd. Hij schreeuwt van pijn want de Joodse mensen zijn er niet meer. Ik heb een schets, voorafgaand aan het schilderij, gemaakt toen ik een monoloog van Etty Hillesum speelden in Frankrijk.
Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed? Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen?
En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u, voor zover u dit voor één van de geringste mijn broeders hebt gedaan, hebt u dat voor mij gedaan.
Mattheüs 25:31-46
Sjofar
2005 | olieverf op doek | 160 x 120 cm
Een profeet, een ziener, vliegt door het beeld en blaast op de sjofar, de ramshoorn.
Een klein dorpje zonder ramen, een spoorlijn en Joden die toestromen. Ze wachten op deportatie. Koffertjes, radeloze mensen, twee oudjes die elkaar aankijken: Hebben we het licht wel uitgedaan? Een jonge, zwangere vrouw heeft blootsvoets haar huis verlaten. Haar dochtertje trekt aan haar rok. Ze merkt het niet op. Iedereen is verzonken in een persoonlijk drama. Wat zij delen is de angst voor wat gaat komen. Eén man heft het hoofd op en kijkt naar de kerktoren, naar het kruis, het teken van de lijdende Messias. Maar de kerk heeft haar luiken gesloten. Dit schilderij over de Sjoa is geïnspireerd op Spreuken 24:11-12
Red hen die opgepakt zijn om te sterven, wee als u zich afzijdig houdt van wie wankelend ter slachting gaat. Wanneer u zegt: Zie, wij hebben dat niet geweten, zal Hij Die de harten toetst, dat niet merken? Hij Die uw ziel gadeslaat, zal Híj het niet weten? Immers, Hij zal een mens vergelden naar zijn werk.
Deze bijbelverzen die 2700 jaar geleden opgetekend zijn, vormen een plechtige waarschuwing opdat wij in tijden van grote verdrukking van Zijn volk, niet het gezicht afwenden. De echo uit een recent verleden: Wir haben das nicht gewusst is een aanklacht tegen onszelf.
Van de Sjofar heb ik drie versies gemaakt. Daarna heb ik twee versies van de Sjofar gemaakt in bronzen. Eén hangt als gedenkteken op het station van Winterswijk ter nagedachtenis aan de Joodse inwoners die in de Tweede Wereldoorlog naar de vernietigingskampen van de nazi’s werden gedeporteerd en daar vermoord werden.
De andere bronzen plaquette was een geschenk van Franse christenen aan opperrabbijn Haïm Korsia met als boodschap: onze ramen zijn open, we willen zien, bezinnen, leren van het verleden en in het heden en de toekomst bij jullie staan.